Patiëntenfolder

Instructies voor de zelfinseminatiemethode

Zelf insemineren betekent zelf sperma inbrengen in de vagina zonder dat er sprake is van gemeenschap. Dit kan in de thuissituatie worden gedaan, omdat het zaad daarbij niet in de baarmoeder gebracht hoeft te worden. Hier treft u instructies aan hoe u dit het beste kunt uitvoeren. U kunt zelfinseminatie tijdens het vrijen toepassen.  De kans dat, bij een regelmatige eisprong en normale hoeveelheid zaad, met deze methode een zwangerschap ontstaat, is vergelijkbaar met de zwangerschapskans via gemeenschap en is ongeveer 15% per maand. Deze kansen zijn onder andere afhankelijk van de leeftijd van de vrouw, voorgeschiedenis en leefstijlfactoren.  De instructies zijn gericht op de vrouw omdat zij de meeste handelingen zal uitvoeren, maar zijn uiteraard ook bedoeld voor de partner.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling Gynaecologie.

Voorbereiding

Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?

Voorbereiding op inseminatie  

Menstruatiecyclus  

Voordat u sperma (de geproduceerde vloeistof na een orgasme met de zaadcellen) gaat inbrengen (inseminatie) is het belangrijk om na te gaan hoe uw cyclus verloopt om uw vruchtbare periode te kunnen bepalen. Tijdens uw cyclus vindt de eisprong (ovulatie) plaats, het moment dat een eicel de eierstok verlaat, om via bevruchting in de eileider in de baarmoeder terecht te komen. Eenmaal losgelaten leeft de eicel tot 24 uur. Een zaadcel bevrucht een eicel aan het einde van de eileider. Een zaadcel leeft gemiddeld 2 tot 3 dagen in het lichaam van de vrouw. Het zaad heeft ook tijd nodig om naar de eileiders te 'zwemmen'. Voor u betekent dit, dat inseminatie slechts een paar dagen in een maand (voornamelijk vóór de eisprong) kan leiden tot bevruchting. 

Regelmatige cyclus 

Met menstruatiecyclus wordt bedoeld het aantal dagen geteld vanaf de eerste dag van de menstruatie tot de eerste dag dat u opnieuw uw menstruatie krijgt. Indien dit aantal dagen altijd tussen de 21-35 dagen is heeft u een regelmatige cyclus. Hoelang uw cyclus ook is, de eisprong vindt bijna altijd plaats 14 dagen vóór het begin van de volgende menstruatie. Bijvoorbeeld bij een regelmatige cyclus van 28 dagen; dan vindt de eisprong plaats rond de 14e dag. Voor een regelmatige cyclus van bijvoorbeeld 32  dagen vindt de eisprong  plaats rond de 18e dag. 

Onregelmatige cyclus 

Indien het aantal dagen van uw cyclus van maand tot maand meerdere dagen verschilt dan heeft u een onregelmatigere cyclus. Dat is niet abnormaal, voor de kans op zwangerschap maakt dat niet uit. U kunt uw eisprong dan met onderstaande methode bepalen. 

De urine thuis-test methode (LH-test) 

De eisprong wordt 24 uur voorafgegaan door een piek in het luteïniserend hormoon (LH). Met de zogenoemde urine-ovulatietest (LH-test), welke bij de drogist te koop is, kunt u het tijdstip van uw eisprong met redelijke zekerheid bepalen. Indien u een min of meer regelmatige cyclus heeft begint u met testen 3 dagen voor de te verwachten eisprong. De eerste dag dat de test positief is insemineert u 's avonds eenmaal en de volgende ochtend eenmaal. Bijvoorbeeld bij een cyclus van 28 dagen wordt de eisprong verwacht op de 14e dag gerekend vanaf de eerste dag dat u menstrueert. U begint dan met testen op de 11e dag.

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Het insemineren 

Voorbereiding 

Idealiter begint u 3 dagen voor de te verwachte eisprong met het insemineren en u gaat door tot en met 1 dag  na de te verwachte eisprong. U insemineert om de dag. Voor een regelmatige cyclus van bijvoorbeeld 28 dagen, insemineert u op de volgende dagen: de 11e dag, de 13e dag en de 15e dag.  U insemineert dus 3 keer per cyclus. Indien u een onregelmatigere cyclus heeft dan bespreekt u met uw behandelaar de dagen waarop u insemineert en de frequentie. 

Materiaal 

Het materiaal dat u gebruikt voor het opvangen (potje met deksel) en insemineren (spuitje van 2 of 5 cc) van sperma moet schoon, droog en niet te koud zijn. Schoonmaken doet u het beste met eerst heet water, dan met lauw water naspoelen en vervolgens aan de lucht laten drogen. Voor het spuitje kunt u het beste iedere keer een nieuwe gebruiken. Potje en spuitje in ieder geval niet met zeep schoonmaken, want zeep heeft een negatieve uitwerking op het sperma. 

Uw partner vangt zijn sperma rechtstreeks in het schone potje op. Het sperma wordt verkregen door masturbatie na een onthouding (geen zaadlozing) van 2 tot 3 dagen. Onthouding van langer dan 3 dagen is nadelig voor de zaadkwaliteit. Uw partner mag geen condoom gebruiken om het sperma op te vangen, aangezien dit ook een negatieve uitwerking op het sperma heeft. U laat het sperma ongeveer 20 minuten bij kamertemperatuur staan (niet in de zon). Daarna zwenkt (u maakt rustig draaiende bewegingen met het potje) u het potje voorzichtig waardoor het sperma er een beetje waterig gaat uitzien; het is nu klaar voor inseminatie. 

De methode 

Voor het inbrengen van het sperma gebruikt u een klein injectiespuitje zonder naald (2 of 5 cc). U zuigt met het spuitje het sperma uit het potje op. U gaat nu in een gemakkelijke houding liggen met een kussen onder uw heupen, zodat uw bekken iets omhoog komt. U brengt het spuitje in de vagina en spuit het met een redelijke druk leeg. Het zaad baant zich vanzelf een weg naar de baarmoeder en eileiders 

Blijf na het insemineren 5 tot 10 minuten liggen. Bij het opstaan, zal een deel van het sperma weer uit de vagina lopen. Dat is heel normaal en gebeurt ook na de gemeenschap.

Het onderzoek / de behandeling

Wanneer krijgt u de uitslag?

Resultaten  

De resultaten van de zelfinseminatiemethode zijn gelijk aan de zwangerschapskansen voor paren die door middel van gemeenschap proberen zwanger te worden. Dat betekent dat na 12 maanden 85% van de paren zwanger is geworden. Mocht er na 12 maanden zelfinseminatie geen zwangerschap zijn ontstaan, is er aanleiding om onderzoek naar jullie vruchtbaarheid te doen. Bespreek dat met je huisarts.

Nazorg

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Leefregels bij zwangerschapswens  

Foliumzuur en vitamine D 

De inspectie van Volksgezondheid van het ministerie van VWZ adviseert iedere vrouw die zwanger wil worden 400 microgram foliumzuur en 10 microgram vitamine D te gebruiken. De reden is om zo veel als mogelijk afwijkingen aan het ruggenmerg en de wervelkolom van een baby te voorkomen. Omdat u niet weet wanneer u zwanger zal worden is het verstandig zo snel als mogelijk te beginnen met de medicatie. U kunt deze tabletten zonder recept bij een apotheek halen. De kosten van de tabletten zijn voor uw eigen rekening en worden niet door uw zorgverzekeraar vergoed. 

Roken/alcohol 

Roken door man en/of vrouw vermindert de kans op zwangerschap. Roken tijdens zwangerschap geeft meer kans op een miskraam en op zwangerschapscomplicaties. 

Alcoholgebruik door u en uw partner heeft invloed op hoe snel u zwanger wordt. Rondom het moment van bevruchting, kan alcoholgebruik door u en uw partner het risico op een miskraam verhogen. En als uw zwangerschap nog zo pril is dat u nog geen zwangerschapstest kan doen, kan uw alcoholgebruik wel al schade toebrengen aan uw ongeboren kind. 

Overgewicht 

Overgewicht van de vrouw verlaagt de kans op zwangerschap, verhoogt de kans op een miskraam, verhoogt de kans op zwangerschapsproblemen zoals hoge bloeddruk, verhoogt de kans op een te klein kind en soms op een te groot kind. In beide gevallen zal het kind in het latere leven een grotere kans op gezondheidsproblemen ervaren ten opzichte van kinderen met een normaal geboortegewicht.

Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling

Zie ook: www.strakszwangerworden.nl