Patiëntenfolder

Familiaire adenomateuze polyposis (FAP / APC-geassocieerde polyposis)

Darmkanker ontstaat bijna altijd uit een goedaardig voorloperstadium, de adenomateuze poliep. Soms ontstaan er bij iemand meer poliepen in de dikke darm, en dit kan al beginnen op een jongere leeftijd. Bij meer dan 10 poliepen bestaat een verhoogd risico op darmkanker. Het is daarom belangrijk deze vroeg op te sporen en te verwijderen, en de darm regelmatig te controleren. Vaak is het risico op het ontstaan van darmkanker daardoor aanzienlijk te verminderen.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Klinische Genetica.

Onze zorg

Wat is Familiaire adenomateuze polyposis (FAP / APC-geassocieerde polyposis)?

FAP is een erfelijke aandoening waarbij mensen eigenlijk altijd darmpoliepen ontwikkelen, meestal al op jonge leeftijd (tussen de 10 en 20 jaar). Daardoor hebben ze een sterk verhoogde kans op het ontwikkelen van darmkanker. Ook ontwikkelen mensen met FAP poliepen hogerop in de twaalfvingerige darm en maag en hebben zij een kans van ongeveer 3 tot 12% op het krijgen van kanker in de maag of twaalfvingerige darm. 

Ongeveer twee derde van de FAP-patiënten ontwikkelt ook (meestal goedaardige) tumoren buiten de darm. Daarbij gaat het onder meer om zogenoemde desmoïd tumoren. Dit zijn bindweefselachtige tumoren die kunnen ontstaan in de buik of buikwand na een operatie. Ondanks dat deze zich ‘goedaardig’ gedragen, kunnen ze veel problemen geven als ze tegen bloedvaten en zenuwbanen aangroeien. Andere tumoren kunnen ontstaan in bot (osteomen), bindweefsel (Gardners-fibromen), onderhuid (lipomen), en heel af en toe ook in de bijnieren, schildklier, lever, hersenen en blaas.

Bij ongeveer 1 procent van alle darmkankerpatiënten wordt de ziekte veroorzaakt door FAP. Darmkanker ontstaat bij deze patiënten vaak op jongere leeftijd dan bij patiënten met een niet-erfelijke vorm van darmkanker.

Verschijnselen

FAP zorgt niet meteen voor klachten. Deze kunnen ontstaan als zich poliepen ontwikkelen in de darm of als zich een, meestal goedaardige, tumor elders manifesteert. Als u darmpoliepen krijgt, kunt u last krijgen van een veranderde stoelgang, bloed en/of slijm bij de ontlasting, krampende buikpijn of de aandrang om telkens te moeten plassen of poepen. Ook vermoeidheid kan optreden. Maar de meeste mensen met darmpoliepen hebben daar helemaal geen klachten van. Door een preventieve operatie van de darm op jonge leeftijd of door de (resterende) darm regelmatig te onderzoeken, wordt kanker voorkomen of meestal in een vroeg stadium opgespoord.

Oorzaak

Genen bevatten de informatie voor onze erfelijke eigenschappen. Bij mensen die een erfelijke aanleg hebben voor FAP, is er een aangeboren fout - een mutatie - aanwezig in het APC-gen. Niet alle mensen met een mutatie in het APC-gen ontwikkelen hetzelfde aantal poliepen. Sommige mensen ontwikkelen minder dan 100 poliepen, anderen krijgen er duizenden. Dit is sterk afhankelijk van waar de mutatie zich in het APC-gen precies bevindt. Ook maakt de locatie van de mutatie uit voor het risico op het ontwikkelen van tumoren buiten de darm.

Polyposis en erfelijkheid

Bij mensen met meer dan tien poliepen spreekt men van ‘polyposis’. Bij een deel van deze mensen is een onderliggend defect in het DNA aanwezig. Er zijn verschillende genen bekend die in verband staan met polyposis, maar het vaakst worden een oorzaak in het APC-gen of MUTYH-gen gevonden. Polyposis veroorzaakt door het MUTYH-gen wordt afgekort als MAP. Meer informatie hierover vindt u bij de uitleg over het ziektebeeld MAP.

Waarom u bij ons in goede handen bent

Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft veel expertise in het vaststellen van een erfelijke aanleg voor darmpoliepen en -kanker. Ons ervaren team van klinische genetici, pathologen en Maag-Darm-Lever (MDL)-artsen is bedreven in het herkennen en informeren van patiënten met FAP en hun familie én in het proberen te voorkomen dat zij darmkanker ontwikkelen. Dat gebeurt door regelmatig de dikke darm te controleren. Onze specialisten werken nauw samen om de zorg die u krijgt zo goed mogelijk af te stemmen. Die samenwerking is belangrijk, want zo krijgen we een goed beeld van u en kunnen we beter inspelen op uw medische en persoonlijke situatie. Samen met u bespreken de artsen of u een behandeling nodig heeft en welk advies het beste past bij uw situatie. U kunt uw familieleden laten inlichten, omdat FAP erfelijk is en zij het mogelijk ook hebben. Klinisch genetici zorgen dat u een goed advies voor een darmonderzoek krijgt.

Wetenschappelijk onderzoek naar FAP

Het LUMC biedt niet alleen patiëntenzorg, maar is ook een onderzoekscentrum. We doen wetenschappelijk onderzoek, zowel klinisch als in het laboratorium, om de kennis over FAP te vergroten. We onderzoeken onder meer het risico om kanker te krijgen, de leeftijden waarop dat gebeurt en de verschillen hierin tussen patiënten. Hierdoor komen we meer te weten over deze aandoening, waardoor we een nog beter afgestemd controleschema kunnen ontwikkelen om kanker te voorkomen. In het laboratorium doen wij onderzoek naar de tumoren zelf om deze beter te leren herkennen en een voorspelling te kunnen doen over de werkzaamheid van verschillende behandelingen én de gevolgen van de oncologische behandeling. De onderzoeksresultaten gebruiken we bij de behandeling van onze patiënten.

Bij ongeveer twee derde van de mensen met polyposis wordt geen onderliggend genetisch defect gevonden. Vooral bij mensen met minder dan 20 poliepen wordt vaak geen oorzaak gevonden. In deze groep patiënten zoeken we op wetenschappelijke basis verder naar mogelijke nieuwe oorzaken.

Clinical trials

Als onderzoekscentrum testen we de nieuwste geneesmiddelen. Als de standaardmedicijnen bij u onvoldoende werken, kan in sommige gevallen een experimenteel middel worden geprobeerd. Deze middelen worden in het LUMC in studieverband aangeboden. Dit heet een clinical trial. U kunt uw arts hiernaar vragen, maar het behandelteam zal ook zelf alle behandelmogelijkheden uitgebreid met u bespreken.

Diagnose

U kunt om meerdere redenen bij ons terecht voor een diagnose. Als u klachten heeft die mogelijk duiden op het hebben van poliepen, maar ook als de ziekte familiaire adenomateuze polyposis (FAP) in uw familie voorkomt en u wilt weten waar u aan toe bent. Via genetisch onderzoek kunnen we eventueel bepalen of u de erfelijke aanleg heeft.

Afspraak maken voor diagnose FAP

Voor een eerste afspraak bij een van onze specialisten heeft u een verwijzing nodig van uw huisarts of van uw eigen specialist. Zodra u bent doorverwezen, nemen wij contact met u op om een afspraak te maken. U hoeft daar zelf niets voor te ondernemen. Voorafgaand aan uw afspraak stuurt de MDL-afdeling u een vragenlijst die u thuis moet invullen. Als u deze opstuurt, ligt uw stamboom klaar tijdens uw eerste afspraak.

Blijkt u FAP te hebben en dus een verhoogd risico op het ontwikkelen van (meer) darmpoliepen en het krijgen van darmkanker? Dan kunt u op korte termijn bij een Maag-Darm-Lever (MDL)-arts terecht voor een afspraak. Deze arts zal uw dikke darm controleren.

Komt FAP in uw familie voor en wilt u weten of u de aandoening heeft? Dan kunt u een DNA-onderzoek overwegen. Hiermee kunnen wij bepalen of u de erfelijke aanleg voor FAP heeft of niet.

Wie komt u tegen en wat staat u te wachten?

Welke specialisten u tegenkomt tijdens uw bezoek en welke onderzoeken we doen, hangt af van de reden dat u bij ons komt. Heeft u al klachten en is er daarom een verdenking dat u FAP heeft, dan zal uw ziekenhuisbezoek anders verlopen dan wanneer u komt voor een genetisch onderzoek. Als u al klachten heeft, kan het zijn dat u eerst wordt gezien door de MDL-arts. Als u nog geen klachten heeft, zult u eerst een afspraak bij de afdeling Klinische Genetica krijgen.

Onderzoek bij de verdenking op FAP

Uw eerste afspraak heeft u met een klinisch geneticus of genetisch consulent. Hij of zij bespreekt met u welk onderzoek nodig is. Vaak is het nodig om medische gegevens van uzelf en/of uw familieleden op te vragen. Daarvoor krijgt u toestemmingsformulieren - inclusief een retourenvelop - mee naar huis, die u aan uw familieleden kunt geven.

Als er op basis van uw eigen en/of familiegegevens inderdaad een verdenking is op FAP, kan er DNA-onderzoek worden gedaan. Daarvoor wordt bloed bij u of een familielid afgenomen. Wij gaan vervolgens op zoek naar de precieze erfelijke oorzaak.

U krijgt uitgebreide uitleg over de aandoening en we nemen de tijd om samen met u te bespreken wat het voor u en uw familieleden kan betekenen als een DNA-test een erfelijke genafwijking aantoont. Wij bieden tevens psychologische begeleiding aan bij de keuzes die u moet maken. Bij kinderen en jongvolwassenen vindt bijna altijd een gesprek plaats bij de psycholoog voorafgaand aan en na DNA-onderzoek.

Het kan zijn dat uw familieleden belang hebben bij de uitkomst van het erfelijkheidsonderzoek. In dat geval vragen wij u uw familie te informeren. Wij helpen u daarbij door een informatiebrief mee te geven.

Uitslag van het onderzoek

Genetisch onderzoek is ingewikkeld en neemt veel tijd in beslag. Gemiddeld duurt het 8 weken voordat we u kunnen vertellen wat de uitslag is van het DNA-onderzoek. U krijgt hiervoor een afspraak bij de klinisch geneticus. Ook krijgt u een samenvatting thuisgestuurd van het erfelijkheidsonderzoek. Als u daarna nog vragen heeft, kunt u contact opnemen om bijvoorbeeld een nieuwe afspraak te maken.

Behandeling

Welke behandelingen zijn er mogelijk?

Het is op dit moment nog niet mogelijk om familiaire adenomateuze polyposis (FAP) te genezen. Wel kan een mogelijke kwaadaardige tumor worden voorkomen of vroegtijdig worden opgespoord. Onze specialisten stellen samen met u een behandelplan op, zodat u de best mogelijke zorg krijgt.

Welke behandelingen zijn er mogelijk bij FAP?

De keuze voor een behandeling hangt af van het aantal poliepen, de grootte van de poliepen en waar deze zich in de darm bevinden, maar ook van uw eigen wensen. Ons medisch team stelt met u een behandeladvies op en bespreekt dit met u en uw naasten. We nemen de voor- en nadelen van alle behandelmogelijkheden met u door. Uiteindelijk is de beslissing om met een behandeling te starten altijd aan u. Geef het ook gerust bij de arts aan als u tijd nodig heeft om hierover na te denken.

Controle van de darm

Iemand met FAP heeft - mede afhankelijk van het aantal poliepen -  een zeer groot risico om darmkanker te krijgen als er geen controle van de darm plaatsvindt. De leeftijd waarop poliepen ontstaan en de hoeveelheid poliepen zijn onder meer afhankelijk van de plaats van de mutatie in het APC-gen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de klassieke FAP en een mildere vorm: ‘attenuated’ FAP, afgekort AFAP. Voor klassieke FAP is het advies om vanaf 10- tot 12-jarige leeftijd te beginnen met tweejaarlijkse controle van de dikke darm. Voor AFAP is het advies om te beginnen vanaf 18-jarige leeftijd.

De controle van de darm wordt gedaan met een coloscopie, waarbij een MDL-arts of internist de binnenkant van de dikke darm bekijkt. De arts zoekt dan naar darmpoliepen. Deze kan de arts verwijderen als het aantal niet te groot is. Door de poliepen te verwijderen voorkomen we dat een poliep kwaadaardig kan worden. Hierdoor daalt het risico op darmkanker aanzienlijk. Bij AFAP is het soms mogelijk om tijdens een coloscopie alle poliepen uit de darm te verwijderen. Bij de klassieke FAP is het aantal poliepen meestal zo groot dat het onmogelijk is om tijdens de coloscopie alle poliepen uit de darm te verwijderen.

Preventieve operatie

Bij klassieke FAP wordt op een gegeven moment, vaak op de leeftijd tussen de 20 en 30 jaar, het aantal poliepen zo groot dat de dikke darm -deels- verwijderd moet worden. De betrokken medisch specialisten geven u uitleg over de voor- en nadelen van de verschillende soorten operaties, zodat u een weloverwogen besluit kunt nemen. Er zijn 2 operaties die het meest worden uitgevoerd bij FAP:

Subtotale colectomie met ileo-rectale anastomose

Dit betreft een operatie waarbij de hele dikke darm wordt verwijderd, met uitzondering van de endeldarm. De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm. De dunne darm wordt dan aangesloten op de endeldarm. Dit type operatie wordt vaak gekozen als er in de endeldarm niet zoveel, of alleen kleine poliepen aanwezig zijn. Na deze operatie vindt dan regelmatige controle van de endeldarm plaats met een rectoscopie (endeldarm-scopie).

Proctocolectomie met ileo-anale pouch of ileostoma 

Bij deze operatie wordt de hele dikke darm verwijderd, inclusief de endeldarm. In de meeste gevallen kan er van het laatste stuk van de dunne darm een soort reservoir, een zogenoemde ‘pouch’, worden gemaakt, die wordt aangesloten op de anus. Met een pouch verloopt de stoelgang op de normale wijze, waarbij u wel vaker op een dag ontlasting heeft dan u gewend bent. Soms kan het nodig zijn om een tijdelijk of definitief stoma aan te leggen bij deze operatie. De proctocolectomie wordt geadviseerd als er veel of grote poliepen in de endeldarm aanwezig zijn. Het is een grotere operatie dan de subtotale colectomie. Het risico op darmkanker is na deze operatie wel lager dan na de subtotale colectomie, omdat de endeldarm mee verwijderd wordt. Toch is ook met een pouch regelmatige controle nodig door middel van een pouch-scopie, omdat ook in de pouch weer poliepen kunnen ontstaan.

Controle van de maag en twaalfvingerige darm

FAP kan een groter risico op poliepen en daarmee ook een risico op kanker in de maag of twaalfvingerige darm met zich meebrengen. Daarom adviseren onze medisch specialisten om vanaf 25- tot 30-jarige leeftijd tenminste elke 5 jaar onderzoek te laten doen naar eventuele maagpoliepen of poliepen in de twaalfvingerige darm. Indien er poliepen zijn, kan het nodig zijn vaker controles te doen. Dit zal de MDL-arts met u bespreken.

Controle van andere organen

Op dit moment is er geen standaard advies voor controles van andere organen buiten de darm en maag. Wel is het belangrijk om eventuele andere lichamelijke klachten te bespreken met uw MDL-arts.

Hoe kunt u zich op de behandeling voorbereiden?

  • Neemt u een recente medicatielijst mee als u een afspraak heeft met de MDL-arts, zodat hij of zij precies weet welke medicijnen u momenteel gebruikt. Weet u niet precies wat u gebruikt? Dan kunt u een medicatielijst bij uw apotheek ophalen. 

  • Krijgt u een darmcontrole? Lees dan onze informatie over de coloscopie.
  • Heeft u nog vragen ter voorbereiding op uw onderzoek of een behandeling? Neem dan contact op met uw behandelaar.

Wat is de prognose?

Als u FAP heeft, is het zeer waarschijnlijk dat u (veel) poliepen zult ontwikkelen. Als deze poliepen niet op tijd worden verwijderd en u klassieke FAP heeft, dan is er een zeer groot risico dat u darmkanker zult ontwikkelen, meestal tussen de leeftijd van 30 en 40 jaar oud. Bij AFAP is het ook mogelijk dat als de poliepen niet worden verwijderd, u darmkanker krijgt, maar het is niet precies bekend hoe groot dit risico is. Dit hangt vooral af van het aantal poliepen en de grootte van de poliepen.

Als de poliepen in de dikke darm worden verwijderd en/of er een preventieve operatie plaatsvindt van de dikke darm, is het risico op dikkedarmkanker veel kleiner. Het risico om kanker te ontwikkelen in de maag of twaalfvingerige darm is ongeveer 3 tot 12%. De gemiddelde leeftijd dat iemand hier kanker krijgt is 45 tot 50 jaar.

Andere kwaadaardige tumoren bij mensen met FAP kunnen ontstaan in de schildklier, lever, blaas, hersenen, alvleesklier en galwegen. Dit komt zelden voor (bij minder dan 1-2% van de mensen).

Ten minste een derde van de mensen met FAP ontwikkelt een goedaardige bindweefseltumor, desmoïd tumor genoemd, zeker nadat zij een operatie van de dikke darm hebben gehad. Deze tumor ontstaat meestal in de buik of buikwand en kan veel problemen geven, omdat deze tegen bloedvaten en zenuwbanen of organen aandrukt. 

Andere kenmerken die zich kunnen voordoen zijn pigmentophopingen in het oognetvlies (in het Engels congenital hypertrophy of retinal pigment epithelium, afgekort CHRPE), en (zelden) het ontbreken van tanden. Daarnaast kunnen goedaardige tumoren ontstaan in het bot (osteomen), bindweefsel (Gardners-fibromen), onderhuid (cysten en lipomen) en in de bijnieren.

Het aantal poliepen en de leeftijd waarop u voor het eerst poliepen ontwikkelt, hangt onder meer af van waar de aangeboren fout in uw DNA zich bevindt. Dat geldt ook voor het ontwikkelen van andere goedaardige afwijkingen, waaronder een desmoïd tumor.

Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek

In het LUMC doen we onderzoek naar FAP om verschillende vragen te kunnen beantwoorden. We kijken onder meer hoe groot het risico is om kanker of andere goedaardige tumoren te ontwikkelen. Daarnaast doen wij onderzoek hoe vaak mutaties in het APC-gen nieuw ontstaan en of deze mutatie in veel lichaamscellen aanwezig is of in een deel, mozaïek genoemd. Bij mensen met een mozaïekmutatie is nog de vraag of zij een vergelijkbaar aantal poliepen ontwikkelen als mensen die deze APC-mutaties hebben geërfd van hun ouders. Ook kijken wij wat het risico is dat kinderen deze mutatie overerven en proberen wij een goed advies te geven over hoe vaak patiënten langs moeten komen voor controle en hoe de kanker het best kan worden opgespoord. 

In het LUMC is er een biobank, waar biomaterialen zoals bloedplasma, stukjes weefsel, losse cellen en urine liggen opgeslagen. Het kan zijn dat u wordt gevraagd of u hiervoor materiaal wilt doneren. 

Nazorg

Heeft u familiaire adenomateuze polyposis (FAP)? Dan kan het zijn dat u nog met vragen of zorgen zit. Via regelmatige controlebezoeken houden we een vinger aan de pols en u kunt bij uw arts terecht,  bijvoorbeeld als u vragen heeft of iets wilt overleggen. We proberen de zorg zo goed mogelijk op uw specifieke wensen aan te passen.

Welke specifieke nazorg kunnen we bieden bij deze aandoening?

Hoe vaak u in het LUMC komt voor controlebezoeken, hangt af van het verloop van uw ziekte. Is uw situatie stabiel, dan komt u gemiddeld 1 of 2 keer per jaar op controle. Bij mensen met AFAP zijn de controles soms minder vaak nodig, bijvoorbeeld 1 keer per 2 jaar. Als u toch darmkanker of een andere vorm van kanker of een goedaardige tumor ontwikkelt, dan komt u vaker naar het LUMC toe. De diagnose kanker krijgen kan erg confronterend zijn. Als u tussentijds wilt spreken met MDL-arts of klinisch geneticus, dan is dat uiteraard mogelijk. 

Te horen krijgen dat u een erfelijke vorm van kanker heeft, kan confronterend zijn. Niet alleen voor u, maar ook voor uw familieleden. Als u hierover wilt praten, kunt u terecht bij een van onze psychologen. Ook werkt het LUMC samen met organisaties die patiënten met een erfelijke vorm van (darm)kanker bijstaan. De stichting Lynch Polyposis is hiervan de grootste patiëntenorganisatie. Deze stichting is voor patiënten met een erfelijke aanleg voor darmkanker en poliepen, waaronder FAP, MAP en Lynch syndroom. De stichting Lynch Polyposis organiseert jaarlijks diverse bijeenkomsten waarbij ook altijd artsen en onderzoekers uit het LUMC aanwezig zijn. Op deze bijeenkomsten kunt u in contact komen met lotgenoten.

Waar moet u op letten na uw behandeling?

Zodra FAP bij u is vastgesteld, is het belangrijk om uw lichaam goed in de gaten te houden. Een veranderd ontlastingspatroon en bloed- of slijmverlies kunnen tekenen van (veel) darmpoliepen en darmkanker zijn. Maar omdat de meeste darmpoliepen geen klachten geven, terwijl ze wel kunnen uitgroeien tot darmkanker, is het met name van belang dat er regelmatig preventieve onderzoeken plaatsvinden, zoals de coloscopie.

Contact bij problemen na uw behandeling

Loopt u tegen problemen aan, heeft u nog vragen of wilt u graag iets overleggen met uw arts? Neemt u voor darmproblemen contact op met uw MDL-arts via telefoonnummer 071 - 527 35 75. Als u voor darmkanker bent geopereerd en klachten ontwikkelt, dan belt u met de polikliniek Chirurgie op telefoonnummer 071 - 526 23 77. De klinisch geneticus is te bereiken op 071 - 526 80 33.

Behandelteam

Behandelteam

Bij de diagnostiek en behandeling van familiaire adenomateuze polyposis (FAP) zijn meerdere medisch specialisten betrokken. Zij vervullen allemaal hun eigen rol in het multidisciplinaire team. Zo gaat u waarschijnlijk langs bij een klinisch geneticus en een Maag-Darm-Lever (MDL)-arts. Als u toch darmkanker krijgt, is een bezoek aan de chirurg ook mogelijk.

Dr. M. Nielsen

Klinisch geneticus

Dr. A.M.J. Langers

Maag-darm-leverarts

Dr. L.B. van der Meer

Psycholoog

Prof. dr. R.A.E.M. Tollenaar

Oncologisch chirurg

Afdelingshoofd Heelkunde

Wie kunt u verder tegenkomen?

  • Maag-Darm-Leverziekten: Prof. Dr. H.F.A. Vasen, Prof. Dr. J.C.H. Hardwick

  • Pathologie: Prof. Dr. J. Morreau

  • Moleculaire Genetica: Dr. C.M. Tops

Ons onderzoek

Aan welke studies kan je meedoen?

De risico’s op kanker en goedaardige tumoren bij FAP

Bij de Stichting Opsporing Erfelijke Tumoren (StOET) worden families in Nederland met een APC-mutatie verzameld. Met gegevens over deze groepen kunnen we  berekenen hoe groot het risico is op het ontwikkelen van (darm)kanker en andere tumoren. Ook kijken we of er nog andere soorten kanker vaker voorkomen in deze families. 

De resultaten van deze studie zouden kunnen leiden tot aanpassingen in de richtlijnen voor de controles van FAP-patiënten en de adviezen. Het aantal controles van patiënten kan ook veranderen door deze uitkomsten. 

Onderzoek naar onverklaarde polyposis

De afdeling Pathologie onderzoekt in nauwe samenwerking met de afdeling Klinische Genetica  mensen met onverklaarde polyposis. Dit zijn onder andere mensen met meer dan tien poliepen bij wie er geen mutatie in het APC- of andere polyposis-genen wordt gevonden. Het onderzoek richt zich vooral op het vinden van de oorzaak hiervan: gaat het om een mutatie die maar in een deel van de lichaamscellen aanwezig is (mozaïek) of een gemiste mutatie? Of is er sprake van een mutatie in een ander (onbekend) gen? Of speelt erfelijke aanleg helemaal geen rol? 

Ook zal naar oorzaken worden gezocht bij mensen met die 2 of meer keer darmkanker hebben gehad en mensen bij wie gedurende het bevolkingsonderzoek darmpoliepen werden gevonden. 

Vervolgens proberen wij de gevolgen van deze erfelijke aanleg, waaronder het risico op poliepen en tumoren in de darm en eventueel maag en twaalfvingerige darm, zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. Hieruit zullen uiteindelijk ook adviezen voor periodiek preventief onderzoek voortvloeien.

De onderzoekers van dit project zijn onder andere mevrouw M. Nielsen van de afdeling Klinische Genetica en prof. H. Morreau van de afdeling Pathologie. Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met dr. M. Nielsen.

Meer informatie

Contact

Wilt u meer weten of hebt u nog vragen? Neem dan contact met ons op of volg de links voor aanvullende informatie.

Patiëntportaal mijnLUMC

In het patiëntportaal mijnLUMC vindt u een duidelijk overzicht van uw behandelingen en hebt u inzicht in uw medische gegevens. Snel en veilig. Thuis, onderweg en in het ziekenhuis.

Patiënt verwijzen

Informatie voor artsen en instellingen die patiënten naar het LUMC willen verwijzen.

Contactgegevens voor patiënten

  • Polikliniek Klinische Genetica: 071 - 526 80 33
  • Polikliniek MDL: 071 - 526 35 75
  • Polikliniek Algemene chirurgie: 071 - 526 23 77