HA1 vaccinatie

Komt u voor een HA1 vaccinatie? U bent bij het LUMC in goede handen. Lees meer over een HA1 vaccinatie bij het LUMC en hoe u zich kunt voorbereiden.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Hematologie.

Onze zorg

Wat is HA1 vaccinatie?

Patiënten die in aanmerking komen voor allogene stamceltransplantatie en bij wie de ziekte na de transplantatie nog niet volledig onder controle is, kunnen behandeld worden met Donor Lymfocyten Infusie (DLI). DLI is een behandeling met afweercellen (lymfocyten) van de donor die moet leiden tot een afweerreactie tegen de kwaadaardige bloedcellen of lymfklierkanker. In sommige gevallen werkt DLI echter onvoldoende. Er treedt dan geen reactie op tegen de kwaadaardige cellen. Uit laboratoriumonderzoek in het LUMC is gebleken dat afweerreacties tegen bepaalde eiwitten die aanwezig zijn op bloedcellen van de patiënt een gunstig antitumor effect kunnen geven zonder dat ernstige omgekeerde afstotingsreactie plaatsvindt. Een van de eiwitten die zo’n gunstige reactie kan geven is het (HA1) eiwit. In ongeveer 10% van de donor/patiënt combinaties is het mogelijk een dergelijke afweerreactie in het laboratorium op te wekken. 

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Wanneer op grond van de weefseltypering van patiënt en donor en aanvullende weefseltypering gebleken is dat het wellicht mogelijk is dat er na de transplantatie en DLI een gunstig effect kan optreden door een afweerreactie tegen HA1, wordt aan de patiënt gevraagd aan het onderzoek mee te doen. Na de DLI zal dan onderzocht worden of de gunstige afweerreactie optreedt. Is dit niet het geval dan zal de patiënt behandeld worden met drie vaccinaties met HA1 eiwit met een tussenpoos van drie weken om mogelijk een gunstige afweerreactie in gang te zetten. 

Tijdens dit onderzoek zal bestudeerd worden of er na de vaccinatie een gunstige reactie optreedt en dit of leidt tot een sterkere afweerreactie tegen de (kwaadaardige) bloedcellen van de patiënt. Dit onderzoek moet leiden tot een betere en sterkere aanpak van kwaadaardige ziekten na allogene stamceltransplantatie. Door nader onderzoek in het laboratorium zal de mogelijkheid worden uitgebreid om ook andere patiënten met behulp van vaccinatie te kunnen behandelen.