Atriumfibrilleren en atriumflutter ablatie-procedure

Bij u is de ritmestoornis ‘boezemfibrilleren (boezemfibrilleren)’ en of boezemflutter geconstateerd die behandeld gaat worden met een katheterablatie. Deze folder geeft informatie over de ablatie techniek en over wat u kan verwachten tijdens de opname.

Deze folder is opgesteld door de afdeling(en) Hartziekten.

Onze zorg

Wat is Atriumfibrilleren en atriumflutter ablatie-procedure?

Wat is een katheterablatie?

Dit is een techniek waarbij met behulp van een katheter (lange flexibele slang) vanuit de lies via de aders hartweefsel plaatselijk wordt  uitgeschakeld. Hiermee kan de oorzaak van een abnormaal hartritme worden weggenomen. De katheters worden ingebracht via de rechter en soms ook de linker lies. Hierbij wordt de lies verdoofd en worden er korte buisjes in de aders ingebracht (sheaths). U ligt op een smalle tafel onder een röntgenbuis op de hartkatheterisatiekamer.

Hartkatheterisatiekamer tijdens een ablatie 

De elektrofysioloog (cardioloog gespecialiseerd in de behandeling van hartritmestoornissen) beweegt de katheter langs de hartspier om de oorsprong van de ritmestoornis te bereiken. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van computersignalen. Is de locatie gevonden, dan zijn er twee technieken waarmee de ablatie kan worden uitgevoerd. Dat kan met branden of met de vriesballon.

Door het branden en/of vriezen (de ablatie) wordt op die locatie hartspierweefsel uitgeschakeld. Er ontstaat een beperkt litteken van enkele millimeters groot. Dit litteken kan

prikkels niet meer voort geleiden zodat de ritmestoornis niet meer kan optreden. Meestal

is het nodig om meerdere malen te branden en/of te vriezen. Tijdens deze behandeling (de ablatie) kunt u een pijnlijk gevoel op de borst voelen. Die pijn verdwijnt na korte tijd vanzelf weer.

Na ablatie wordt gecontroleerd of het hartweefsel waar geableerd is elektrisch inactief is geworden. Vaak wordt enige tijd gewacht om zoveel mogelijk zeker te zijn dat het weefsel ook inactief blijft. Om te controleren of de ritmestoornis definitief weg is, zal in een klein van de gevallen ook worden geprobeerd om de ritmestoornis op te wekken. 

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Welke ablatie krijg ik? 

De soort ablatie die u krijgt, hangt van de onderliggende ritmestoornis.

Boezemflutter 

Boezemfibrilleren 

Boezemflutter 

Bij een normale of ‘typische’ boezemflutter cirkelt een elektrische stroom snel rond in de rechter boezem, de kamers volgen doorgaans langzamer. Bij deze ablatie wordt daarom een ‘lijn’ getrokken van de hartklep tussen de rechter boezem en ventrikel naar de onderste holle ader om de cirkel van stroom te onderbreken. Deze lijn komt tot stand doordat met de kathetertip punten achter elkaar worden gebrand, die samen een lijn vormen.

Als alle punten gebrand zijn wordt gecontroleerd of de punten een aaneengesloten lijn vormen. Is dit niet het geval dan worden de openingen in de lijn alsnog dicht gebrand zodat er geen prikkel meer langs kan en de ritmestoornis behandeld is.

Duur: 1-2 uur. 

Succeskans: meer dan 90% 

Boezemfibrilleren 

Bij deze ritmestoornis is het boezemritme geheel chaotisch. De hartkamers volgen de boezems onregelmatig. De oorsprong van het boezemfibrilleren is over algemeen gelegen in/bij de longaders.

Boezem- /atriumfibrilleren (AF) ablatie 

Deze ingreep gebeurt onder plaatselijke verdoving en pijnstilling via het infuus op de hartkatheterisatieafdeling. Als de ingreep van tevoren als erg langdurig of pijnlijk wordt ingeschat kan het zijn dat u de ingreep onder diepe sedatie ondergaat, dat is een lichte vorm van narcose.

Bij deze ablatie worden via beide liezen lange slangetjes (katheters) naar het hart gebracht.

De longaders bevinden zich in de linker boezem. Om in de linker boezem te komen, wordt vanuit de rechter boezem door het boezemtussenschot heen geprikt, tot in de linker boezem. In de linker boezem wordt met behulp van een ablatiekatheter littekens gebrand of gevroren rondom de longaders. Afhankelijk van de eigenschappen van de linker of rechter boezem kan het nodig zijn aanvullend ook littekens te branden op andere plaatsten. Deze littekens zorgen ervoor dat de elektrische prikkels die de onregelmatige hartslag veroorzaken worden geblokkeerd.

Duur: 2-4 uur 

Succeskans: ongeveer 70% na 1 ingreep, afhankelijk van de ernst van het boezemfibrilleren (in aanvallen of continu) en van de grootte van het linker boezem. 

Einde van het onderzoek 

Als het onderzoek klaar is, worden de katheters en sheaths uit de lies verwijderd en wordt de lies afgedrukt. De verpleegkundige legt een drukverband om de lies aan of brengt een drukkende pleister aan. Daarna wordt u weer in uw bed geholpen. De verpleegkundigen van de verpleegafdeling komen u weer ophalen en brengen u terug naar uw kamer. Uw hartritme wordt onderweg bewaakt.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Bedrust 

Als u weer terug bent op de afdeling, mag u weer gewoon eten en drinken. Zolang het drukverband/de drukkende pleister in uw lies zit moet u plat blijven liggen. Na 4-6 uur wordt het drukverband/de pleister verwijderd en mag u weer uit bed komen, nadat uw lies door een arts is gecontroleerd. De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk en het drukverband/de pleister. Ook wordt bij u nog een hartfilmpje (ECG) gemaakt ter controle.

Weer naar huis/leefregels 

Na de ingreep blijft u nog één nacht opgenomen. De volgende dag wordt er een hartfilmpje gemaakt. Afhankelijk van de ingreep wordt er bij u bloed afgenomen en krijgt u een echo van uw hart. Als al deze onderzoeken goed zijn, mag u naar huis. 

Zorg ervoor dat iemand u met de auto komt ophalen. Vanwege het wondje in uw lies, mag u 1 week niet autorijden en/of fietsen. Thuis adviseren wij u tot 2 weken na de behandeling nog voorzichtig aan te doen, dit betekent niet zwaar tillen, niet persen en niet sporten. Met deze voorzorgsmaatregelen kunt u uw normale dagelijkse activiteiten oppakken.

Wat is de prognose?

Wat zijn mogelijke positieve effecten na 

ablatie? 

  • Een normaal hartritme 
  • Vermindering van klachten of het wegblijven ervan
  • Minder medicijnen

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Is de procedure veilig? 

Een katheterablatie wordt als veilig beschouwd. De behandeling wordt uitgevoerd door een

ervaren team van cardiologen in een gecontroleerde omgeving. De kans op het optreden van een complicatie is klein. 

Wat zijn de risico’s? 

Aan de meeste medische ingrepen zijn risico’s verbonden. Ook bij elektrofysiologisch onderzoek en ablatiebehandeling kunnen complicaties optreden. De risico’s zijn per patiënt verschillend, in het algemeen zijn ze gering te noemen.

Complicaties die zich kunnen voordoen zijn: een liesbloeding of zwelling (ongeveer 5%), het ontstaan van bloedstolsels/herseninfarct (ongeveer 0,5%), een bloeding rondom het hart (ongeveer 1%), vernauwing van een longader (ongeveer 1%), beschadiging van de middenrifzenuw (ongeveer 1%). De percentages van deze risico’s zijn voor iedere patiënt weer anders en kunnen dus alleen bij benadering gegeven worden. Dit wordt met u nogmaals besproken door de afdelingsarts op de dag dat u wordt opgenomen.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Vragen? 

Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u terecht bij uw behandelend cardioloog en/of verpleegkundig specialist. Als u opgenomen bent kunt u ook terecht bij de verpleegkundige en de zaalarts op uw afdeling. De arts die het onderzoek en de behandeling uitvoert, vertelt u steeds wat er gaat gebeuren. Ook dan kunt u vragen stellen.

Handige links

www.hartlongcentrum.nl

www.hartstichting.nl