Patiëntenfolder

Baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom)

Baarmoederhalskanker komt in Nederland niet vaak voor. Ieder jaar krijgen ongeveer 750 vrouwen deze vorm van kanker, die ook wel bekend staat als cervixcarcinoom. Meestal is de ziekte goed te behandelen, maar zelfs dan kan de impact groot zijn. Onze betrokken specialisten helpen u daarom die gevolgen zo beperkt mogelijk te houden. Door u uitgebreid te begeleiden, snel duidelijkheid te geven en u met de nieuwste methoden te behandelen.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling Gynaecologie.

Onze zorg

Wat is Baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom)?

Bij baarmoederhalskanker is er sprake van een kwaadaardig gezwel rond de baarmoedermond. Deze vorm van kanker heet in medische termen cervixcarcinoom. Jaarlijks krijgen ongeveer 750 vrouwen in Nederland deze ziekte.

Baarmoederhalskanker ontstaat vanuit een voorloperstadium (medische term: CIN-afwijking) en is een langzaam groeiende vorm van kanker. Het is een heel andere ziekte dan baarmoederkanker en heeft dus ook een heel andere oorzaak en behandeling.

Verschijnselen

Baarmoederhalskanker geeft heel vaak geen klachten. Daardoor komt de ziekte meestal pas aan het licht als het uitstrijkje, dat iedere 5 jaar tijdens het bevolkingsonderzoek wordt gemaakt, afwijkende cellen bevat. Als de ziekte wel klachten veroorzaakt, dan bestaan die klachten vaak uit bloedverlies na het vrijen, bloedverlies tussen de ongesteldheden door en andere vaginale afscheiding.

Oorzaak

De oorzaak van baarmoederhalskanker is het HPV-virus. Bijna alle mannen en vrouwen zijn er ooit in hun leven wel eens mee in contact geweest, maar bij de meeste mensen ruimt het lichaam dit virus zelf op. Als het afweersysteem dit niet voor elkaar krijgt, kan er een voorloperstadium en eventueel zelfs baarmoederhalskanker ontstaan.

Vrouwen die roken en vrouwen die medicijnen gebruiken die de afweer remmen (bijvoorbeeld na een transplantatie), lopen meer risico op het krijgen van een chronische infectie met het HPV-virus en dus op het krijgen van baarmoederhalskanker. Het gebruik van condooms beschermt nauwelijks tegen het krijgen van het HPV-virus.

Waarom u bij ons in goede handen bent

Expertisecentrum baarmoederhalskanker

In de zomer van 2015 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de eerste groep expertisecentra voor zeldzame aandoeningen in Nederland erkend. Het LUMC is daarbij erkend als expertisecentrum voor baarmoederhalskanker. Dat betekent dat u in Leiden wordt geholpen door experts op het gebied van baarmoederhalskanker die hun uiterste best doen om u de best mogelijke zorg te bieden.   

Multidisciplinair team

Zowel tijdens de onderzoeken als de behandeling bent u in handen van een gynaecoloog die zich heeft gespecialiseerd in zorg bij kanker en daarom ook wel gynaecoloog-oncoloog wordt genoemd. Dit is uw regievoerend arts. De gynaecoloog-oncoloog werkt samen met een multidisciplinair team. Dit team bestaat uit specialisten van verschillende afdelingen die samen naar een behandeling zoeken die heel gericht op uw situatie is afgestemd. Soms komt u deze specialisten tegen en soms werken ze vooral achter de schermen. De gynaecoloog-oncoloog is uw vaste aanspreekpunt, zodat het voor u altijd duidelijk is met wie u contact kunt opnemen bij vragen of zorgen. 

Baarmoeder besparende behandeling

Bij de behandeling van baarmoederhalskanker wegen we altijd mee of u nog een kinderwens hebt. We willen er namelijk alles aan doen om die wens nog steeds mogelijk te maken. Onze artsen hebben zich daarom gespecialiseerd in de baarmoeder besparende behandeling van baarmoederhalskanker. De gynaecoloog-oncologen van het LUMC hebben in Nederland de meeste ervaring met het uitvoeren van deze complexe operatie. Zo hebt u ook na uw behandeling nog kans om zwanger te raken.

Zenuwsparende behandeling

De standaardoperatie voor vrouwen met baarmoederhalskanker heet een ‘radicale baarmoederverwijdering’. Hierbij wordt de baarmoeder in zijn geheel verwijderd. De gynaecoloog-oncologen van het LUMC hebben deze standaardoperatie verbeterd, zodat er minder schade optreedt aan de zenuwen. Wereldwijd is er veel aandacht voor deze aanpassing, omdat het kan leiden tot minder bijwerkingen. Zenuwsparend opereren van baarmoederhalskanker is al jarenlang de standaard in het LUMC. 

Wetenschappelijk onderzoek

Via wetenschappelijk onderzoek proberen we steeds meer te leren over baarmoederhalskanker. Daar is een groot aantal afdelingen van het LUMC bij betrokken. We doen onder meer onderzoek naar het ontstaan van baarmoederhalskanker, de behandeling van baarmoederhalskanker en de kwaliteit van leven na een  behandeling. Ook doen we mee met onderzoeken die andere centra doen. En aan sommige onderzoeken kunt u ook zelf meedoen.

Diagnose

Baarmoederhalskanker wordt bijna altijd ontdekt doordat het uitstrijkje van de baarmoedermond afwijkende cellen (vaak ook ‘onrustige cellen’ genoemd) bevat. Gelukkig hebben maar heel weinig vrouwen met afwijkende cellen in het uitstrijkje ook daadwerkelijk kanker.

Afspraak maken voor diagnose baarmoederhalskanker

Als er afwijkende cellen zijn gevonden in het uitstrijkje, kan uw huisarts u doorverwijzen voor een afspraak. Om de afspraak te maken belt u zelf met de polikliniek Gynaecologie via telefoonnummer 071 - 526 28 70. 

De polikliniek is iedere werkdag bereikbaar tussen  9.00 en 12.00 uur en van 14:00 tot 16.00 uur.

U krijgt meteen te horen wanneer en hoe laat u kunt komen en we maken direct een afspraak voor het bespreken van de uitslag. 

Op de afgesproken dag kunt u zich melden aan de balie van de polikliniek Gynaecologie op H3 van het LUMC. 

Wie komt u tegen en wat kunt u verwachten?

Op de dag van uw eerste afspraak hebt u een uitgebreid consult met een gespecialiseerde  gynaecoloog-oncoloog. Voordat het vervolgonderzoek start, is er alle tijd om uw situatie te bespreken. Ook nemen we uw medicijngebruik door. Tijdens het onderzoek zal een verpleegkundige de gynaecoloog-oncoloog assisteren als dat nodig is. Het kan ook zijn dat hier een gynaecoloog in opleiding bij aanwezig is. Geeft u het gerust aan als u dit liever niet hebt. 

Het onderzoek

Het vervolgonderzoek bij een afwijkend uitstrijkje bestaat uit een ‘colposcopie’. De gynaecoloog-oncoloog bekijkt tijdens dit onderzoek de baarmoedermond met een microscoop. Het kan zijn dat daaruit blijkt dat er geen afwijkingen zijn. Als er wel afwijkende plekjes te zien zijn, nemen we ook een stukje weefsel van de baarmoedermond weg. Dit heet een biopsie. Een patholoog die zich heeft gespecialiseerd in baarmoederhalskanker, onderzoekt het weefsel. Zo kunnen we vaststellen om wat voor afwijkend weefsel het gaat.

Een colposcopie duurt ongeveer 10 minuten en is over het algemeen niet pijnlijk. Wel ervaren veel vrouwen ongemak. Net als bij een uitstrijkje is het tijdens een colposcopie nodig om een speculum (eendenbek) in uw vagina te brengen. Voor een goede beoordeling zal de arts bovendien een geringe hoeveelheid vloeistof inbrengen. Dit geeft een prikkend gevoel. Ook het weghalen van weefsel voelt als een korte prik. Na een biopsie kan het zijn dat u nog enkele uren last hebt van licht bloedverlies. 

Uitslag van het onderzoek

Uitslag van het onderzoek

U krijgt binnen een week de uitslag. De uitslag van het onderzoek wordt uitgedrukt in een aantal stadia, aangegeven met de letters CIN (cervicale intra-epitheliale neoplasie). Zodra de uitslag bekend is hebt u een afspraak met de gynaecoloog-oncoloog om de resultaten te bespreken. Er zijn 3 uitslagen mogelijk:

  • Geen afwijkingen of een heel pril voorstadium (CIN I): er is geen behandeling nodig. Na 6 maanden krijgt u opnieuw een uitstrijkje.  
  • Soms is er een iets ernstiger voorstadium van baarmoederhalskanker (CIN II of CIN III): U krijgt dan een poliklinische behandeling. Middels een zogeheten lisexcisie halen we de afwijkende cellen weg.  Een voorstadium betekent niet dat u daadwerkelijk kanker krijgt. Ook zonder behandeling hebben de meeste vrouwen met deze uitslag maar een kleine kans op baarmoederhalskanker.
  • Baarmoederhalskanker: in dit geval is er meer onderzoek nodig.

Vervolgonderzoeken bij baarmoederhalskanker

Als blijkt dat u baarmoederhalskanker hebt, stelt het multidisciplinaire team een behandelplan op maat voor u samen. Hiervoor is het meestal nodig om eerst extra onderzoek te doen. Welke vervolgonderzoeken dat zijn, hangt af van uw situatie. Vaak is een MRI-scan van de onderbuik of een echo van de nieren noodzakelijk. 

Om de omvang en de uitbreiding van de kanker te beoordelen kan het nodig zijn om u op de operatiekamer te onderzoeken. Dit gebeurt terwijl u onder narcose bent. Uw gynaecoloog-oncoloog zal precies met u bespreken welke vervolgonderzoeken nodig zijn.

Behandeling

Welke behandelingen zijn er mogelijk?

De keuze voor een behandeling bij baarmoederhalskanker maken we niet zomaar. Uw gynaecoloog-oncoloog neemt alle factoren met u door die voor u van belang zijn. Samen met het multidisciplinaire team stelt uw gynaecoloog-oncoloog een behandelplan op dat het beste bij uw situatie past. Met de hulp van geavanceerde operatietechnieken proberen we zo de gevolgen van de behandeling zoveel mogelijk te beperken.

Overleg tussen patiënt en arts

De behandeling van baarmoederhalskanker draait vaak niet alleen om het verwijderen van een tumor. Daarom neemt uw gynaecoloog-oncoloog alle tijd om de verschillende behandelmogelijkheden met u en uw naasten door te spreken. We zullen altijd zoveel mogelijk rekening houden met uw persoonlijke omstandigheden, uw wensen en wat u belangrijk vindt. En u krijgt zo altijd volledig inzicht in de overwegingen die bij de behandelkeuze een rol spelen. 

Welke behandelingen zijn er?

Als bij u baarmoederhalskanker is vastgesteld, is het meestal nodig om te opereren. Wat voor soort operatie, hangt af van het stadium waarin de ziekte zich bevindt en of u bijvoorbeeld nog een kinderwens hebt. In sommige gevallen is het nodig om een operatie te combineren met bestraling en/of chemotherapie. Ook kan de behandeling bestaan uit een combinatie van bestraling en chemotherapie, zonder dat u eerst wordt geopereerd. 

Operatie

Bij baarmoederhalskanker zijn er twee soorten operaties mogelijk:

  • De meest gangbare ingreep bij baarmoederhalskanker is verwijdering van de baarmoeder. Naast de baarmoeder verwijdert de gynaecoloog-oncoloog ook de ophangbanden, het bovenste stukje van de vagina en de lymfklieren in de onderbuik. De gynaecoloog-oncologen van het LUMC hebben deze operatietechniek verder ontwikkeld, zodat er minder schade optreedt aan de zenuwen. Deze zenuwen zijn van belang voor het functioneren van de blaas en de endeldarm, en voor de seksualiteit. Zenuwsparend opereren van baarmoederhalskanker is al jarenlang de standaard in het LUMC.

  • Als u nog een kinderwens hebt, kijken we altijd eerst of het mogelijk is om bij u een baarmoeder besparende operatie uit te voeren. Dit heet ook wel een radicale trachelectomie. Via de buik verwijdert de chirurg de baarmoederhals, omliggend weefsel, het bovenste stukje van de vagina en de lymfklieren. De baarmoeder blijft behouden en wordt weer aangesloten op de vagina. De kans op een zwangerschap blijft zo bestaan. De gynaecoloog-oncologen van het LUMC hebben in Nederland de meeste ervaring met het uitvoeren van deze complexe operatie, die uitkomst biedt bij kleine beginnende tumoren. In uitzonderlijke gevallen is deze behandeling zelfs mogelijk in een gevorderd stadium van baarmoederhalskanker. Hier gaat dan chemotherapie aan vooraf.

Chemotherapie
Als de tumor te groot is voor een baarmoeder besparende behandeling, proberen we deze met chemotherapie te verkleinen. Zo kunnen we de operatie technisch toch mogelijk maken. Dit noemen we neo-adjuvante chemotherapie.

Daarnaast kunt u ook chemotherapie krijgen als er uitzaaiingen zijn buiten de onderbuik of als de tumor na een behandeling toch terug is gekomen. Soms gebeurt dit in combinatie met bestraling. Deze gecombineerde behandeling heet chemoradiatie

Bestraling 

Als de tumor zich niet tot de baarmoedermond heeft beperkt, en bijvoorbeeld is uitgezaaid naar de lymfklieren, is het nodig om te bestralen. Eventueel gecombineerd met chemotherapie. Soms is meteen al duidelijk dat bestraling nodig is, maar vaak blijkt pas tijdens of na de operatie dat de tumor zich buiten de baarmoedermond heeft uitgebreid. Dan krijgt u na de operatie nog aanvullende bestraling en eventuele chemotherapie.

Hoe kunt u zich op de behandeling voorbereiden?

Te horen krijgen dat u baarmoederhalskanker hebt is ingrijpend. De behandelingen die u te wachten staan zijn dat ook. Daarom is het belangrijk dat u zo veel mogelijk vertrouwen hebt in uw behandelaren en dat u zich bij hen op uw gemak voelt. Stel gerust alle vragen die u hebt aan de gynaecoloog-oncoloog, de radiotherapeut, de oncoloog of de verpleegkundige. Zo weet u ook precies wie de mensen zijn die u in het ziekenhuis tegenkomt.

We zullen u zo goed mogelijk begeleiden en voorlichten, zodat u zich kunt oriënteren. Daarnaast kunt u over de ziekte lezen en erover praten met uw familie en vrienden. Soms is het prettig van lotgenoten te horen hoe zij de behandeling hebben ervaren. Via de patiëntenvereniging kunt u in contact komen met lotgenoten: www.olijf.nl.

Voor elke behandeling geldt dat het goed is om tijdens de behandeling zo goed en gezond mogelijk te blijven eten. Ook voldoende lichaamsbeweging is belangrijk, mits uw conditie dat toelaat. Stoppen met roken vermindert de kans op complicaties, ook als u kort voor de operatie stopt.

Wat is de prognose?

De kans dat de behandeling effectief is en de kanker niet terugkeert, hangt af van de grootte van de tumor en of er uitzaaiingen zijn. Bij kleine tumoren die beperkt zijn tot de baarmoedermond (stadium IA2 en IB1), is de kans op een succesvolle behandeling meer dan 90%. Is er een uitzaaiing naar een lymfklier, dan is de kans 80-85%. Bij meerdere uitzaaiingen neemt de kans op succesvolle behandeling verder af.

Het is van belang om te beseffen dat deze cijfers slechts een indruk geven. Uw gynaecoloog-oncoloog kan u meer vertellen over uw persoonlijke situatie. We werken bovendien continu om de prognose bij baarmoederhalskanker te verbeteren.

Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek

Het LUMC is niet alleen een centrum van medische zorg, maar ook van medisch onderzoek. Dit houdt in dat u soms gevraagd kunt worden om mee te doen aan nieuwe studies, bijvoorbeeld naar nieuwe medicijnen of operatietechnieken. Mogelijk hebben deze bij u meer effect dan de standaardbehandeling. Uw gynaecoloog kan u vertellen aan welke onderzoeken u kunt meedoen.

Nazorg

Er wordt wel eens gezegd dat ‘het na de behandeling pas echt begint’. Vaak voelt de tijd van diagnostiek en behandeling als een rit in de sneltrein. Als de behandeling klaar is, dringt pas echt door wat er aan de hand is en wat zich heeft afgespeeld. Daarom helpen we u ook na uw behandeling verder.

Welke specifieke nazorg kunnen we bieden bij deze aandoening?

De gynaecoloog-oncoloog van het LUMC blijft na een operatie uw vaste aanspreekpunt en is actief betrokken bij de zorg na uw behandeling. Hebt u bestraling gehad, dan vindt de nazorg plaats in samenwerking met de radiotherapeut die de bestraling coördineerde. Als u dat fijn vindt, kunnen we u voor de nazorg ook terugverwijzen naar uw eigen gynaecoloog. De gynaecoloog richt zich tijdens de nazorg vooral op :

  • begeleiding bij het verwerken van het hebben van baarmoederhalskanker;
  • begeleiding bij en behandeling van bijwerkingen en gevolgen van de behandeling;
  • het zo snel mogelijk opsporen van eventuele terugkerende baarmoederhalskanker.

Bent u behandeld voor baarmoederhalskanker, dan blijft u tenminste 3 jaar onder controle. En zo nodig nog langer.

Specifieke nazorg

Afhankelijk van uw situatie kunt u ook voor specifieke nazorg bij ons. Bijvoorbeeld met hulp van maatschappelijk werk, diëtisten of seksuologen. Of we helpen bij het vinden van een programma buiten het LUMC. Op die manier willen we bijdragen aan een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven na een behandeling. Daarom zullen we u ook op gezette tijden vragen de zogeheten ‘lastmeter’ in te vullen. Dankzij deze vragenlijst krijgen we een goed beeld van uw toestand en kunnen we u zo goed mogelijk helpen bij verdere begeleiding of behandeling.

Overigens herstellen de meeste vrouwen voorspoedig na hun behandeling voor baarmoederhalskanker. Zij ondervinden weinig gevolgen of bijwerkingen.

Waar moet u op letten na uw behandeling?

Na de operatie krijgt u een lijstje mee met leefadviezen en een overzicht van wanneer u contact op moet nemen met de afdeling. Let u na de behandeling op belangrijke symptomen als pijn, vaginale afscheiding en vaginaal bloedverlies. Hebt u last van een of meerdere van deze symptomen? Neem dan contact op met uw gynaecoloog-oncoloog.

Contact bij problemen na uw behandeling

Loopt u na uw behandeling tegen problemen aan of hebt u nog vragen? Geef dit aan bij de nacontroles, of eerder als ze urgent zijn. Bel met uw gynaecoloog-oncoloog via de polikliniek Gynaecologie op tel. 071 - 526 28 70. De polikliniek is iedere werkdag bereikbaar tussen  9.00 en 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur (behalve op woensdagmiddag). 

Uw behandelend radiotherapeut kunt u bereiken via de polikliniek Radiotherapie op tel. 071 - 526 35 25 (iedere werkdag van 08.00 tot 17.00 uur). Als u vragen hebt over uw chemotherapie kunt u bellen met de polikliniek Medische Oncologie (iedere werkdag van 09.00 tot 12.00 uur). Buiten kantooruren kunt u zich bij zeer urgente problemen melden bij de spoedeisende hulp van het LUMC.

Behandelteam

Behandelteam

Bij de diagnostiek en de behandeling van baarmoederhalskanker in het LUMC is een groot aantal gespecialiseerde medewerkers betrokken: artsen, verpleegkundigen, analisten en secretaresses. Zij vervullen allemaal hun eigen belangrijke rol in het multidisciplinaire team. Een aantal van deze mensen zult u daadwerkelijk ontmoeten, anderen vervullen hun cruciale rol achter de schermen. Tijdens de diagnostiek en de behandeling is een gynaecoloog-oncoloog of een radiotherapeut uw regievoerend arts.

Dr. J.J. Beltman

Gynaecoloog-oncoloog

Dr. K.N. Gaarenstroom

Gynaecoloog-oncoloog

Dr. C.D. de Kroon

Gynaecoloog-oncoloog

Dr. M.I.E. van Poelgeest

Gynaecoloog-oncoloog

M.J.G. Löwik

Verpleegkundig specialist

Dr. T. Bosse

Patholoog

Prof. dr. C.L. Creutzberg

Radiotherapeut-oncoloog

Dr. J.R. Kroep

Internist-oncoloog

Drs. L.A. Velema

Radiotherapeut-oncoloog

Dr. S.M. de Boer

Radiotherapeut-oncoloog

Dr. M. Donker

Radiotherapeut-oncoloog

Wie kunt u nog meer tegenkomen?

  • Patholoog: Prof. dr. V.T.H.B.M. Smit

  • Verpleegkundige: E. Nix, I. Waasdorp

Ons onderzoek

Aan welke studies kan je meedoen?

Patiëntgebonden onderzoek naar baarmoederhalskanker

Veel van het onderzoek dat we doen naar baarmoederhalskanker kunnen we alleen maar verrichten als patiënten zelf deelnemen. We stellen het daarom zeer op prijs als u hiertoe bereid bent. Als uw situatie zich ervoor leent en u voldoet aan de criteria, zal uw behandelend specialist u vragen mee te doen aan onderzoek. Wilt u meedoen met een onderzoek, dan neemt een van onze researchverpleegkundigen contact met u op om uw deelname verder te bespreken. 

Er zijn veel verschillende soorten patiëntgebonden onderzoek. Soms vragen we u alleen een extra buisje bloed af te staan, maar er zijn ook onderzoeken waarbij we 2 verschillende behandelingen vergelijken. Al het onderzoek dat we doen is goedgekeurd door de Commissie Medische Ethiek van het LUMC en voldoet aan strenge wettelijke eisen. 

Onderzoek naar baarmoederhalskanker in het lab 

Naast patiëntgebonden onderzoek doe we heel veel onderzoek naar baarmoederhalskanker in het laboratorium. Zo onderzoeken we hoe de afweer (het immuunsysteem) specifiek op baarmoederhalskanker reageert en hoe we die afweer kunnen verbeteren (immuuntherapie). Daarnaast proberen we via wetenschappelijk onderzoek al zo veel mogelijk factoren van een behandeling op voorhand te voorspellen. Bijvoorbeeld de reactie van baarmoederhalskanker op chemotherapie en de kans op uitzaaiingen of terugkeer van de kanker.

Waar doen we momenteel onderzoek naar?

In het LUMC lopen op dit moment meerdere patiëntgebonden onderzoeken naar baarmoederhalskanker: 

  • SHAPE-studie. Bij patiënten met een tumor kleiner dan 2 centimeter, kijken we of een minder uitgebreide operatie even effectief is.
  • Vaccinatie-trial. Bij patiënten met terugkerende kanker onderzoeken we de effectiviteit van vaccinatie in combinatie met chemotherapie.
  • CervISA-studie. We onderzoeken de mogelijkheid om chemotherapie en immuuntherapie te combineren bij baarmoederhalskanker in een vergevorderd stadium. 
  • We doen voortdurend onderzoek naar de effectiviteit van bestraling bij baarmoederhalskanker en de gevolgen die deze behandeling nadien heeft voor de kwaliteit van leven.
  • Baarmoederhalskanker kan leiden tot seksuologische klachten. We zoeken continu naar methoden om dit te voorkomen.

Samenwerkingsverbanden

Alle onderzoekers in het LUMC die onderzoek doen naar gynaecologische kanker werken nauw met elkaar samen. Daarnaast zoeken we zo veel mogelijk de samenwerking op met andere onderzoekers. We maken daarom deel uit van verschillende nationale en internationale samenwerkingsverbanden, zoals de Dutch Gynaecological Oncology Group (DGOG) en de Gynaecological Cancer InterGroup (GCIG).

Meer informatie

Contact

Wilt u meer weten of hebt u nog vragen? Neem dan contact met ons op of volg de links voor aanvullende informatie.

Patiëntportaal mijnLUMC

In het patiëntportaal mijnLUMC vindt u een duidelijk overzicht van uw behandelingen en hebt u inzicht in uw medische gegevens. Snel en veilig. Thuis, onderweg en in het ziekenhuis.

Patiënt verwijzen

Informatie voor artsen en instellingen die patiënten naar het LUMC willen verwijzen.

Contactgegevens voor patiënten

  • Polikliniek Gynaecologie: 071 - 526 28 70
  • Polikliniek Radiotherapie: 071 - 526 35 25
  • Polikliniek Medische Oncologie: 071 - 526 35 23